• Home
  • De auteur
  • Bronnen
  • In de pers
  • Blog
  • Contact

Pakkenproletariaat

Angst voor robots is niet belachelijk

10 oktober 2014

Nadat minister Asscher op 29 september 2014 voor het eerst toegaf dat automatisering ten koste van werkgelegenheid kan gaan gingen alle economieredacties aan de slag om Asscher een plekje te geven in de geschiedenis van de weerstand tegen machines. Vooral de redactie van de NOS maakte het bont. In hun persbericht wordt een hele alinea gewijd aan de luddieten, die in het Engeland van de 19de eeuw weefmachines verwoestten omdat ze vonden dat daarmee banen werden gesloopt. Ook Frank Kalshoven van de Volkskrant weet zeker dat de angst voor robots onterecht is. Op de voorpagina van zijn krant prijkt een nostalgisch plaatje. Ha ha.

Historische vergelijkingen kunnen prachtig zijn in een debat, maar we moeten dan altijd wel kijken of maatregelen uit het verleden, die werkzaam waren in de werkelijkheid van die tijd, bruikbaar blijven als de omgeving verandert. Ik zal eerst stilstaan bij de gemeenplaats, dat het verlies van banen in de landbouw in de 19de eeuw ‘probleemloos’ werd opgevangen in andere sectoren. Daarna zal ik duidelijk maken waarom de overstap naar een grote dienstensector (deels overlappend met kenniseconomie en publieke sector) veel werkgelegenheid opleverde in ‘de tijd waar dat middel bij hoorde’, maar een niet herhaalbaar experiment was. Ten slotte zal ik bespreken waarom het tijd wordt om te stoppen met de ‘kwasitatieve’ geruststelling dat automatisering ook banen oplevert. Want hoe waar dat ook is, er is geen enkele reden om aan te nemen dat het aantal banen waarover we dan praten ook maar in de buurt komt van het aantal banen dat door machines en ict overbodig wordt gemaakt.

Vooraf is het goed om nog een kanttekening te plaatsen bij alle ‘alles of niets’-argumenten. Als een computer ‘nooit alles kan wat een mens kan’, betekent dat niet dat er dus ‘heel veel werk voor mensen’ overblijft. Als computers 90% van een klus kunnen doen, kan de afdeling met 90% krimpen; en dat is precies wat nu al gebeurt. Een tweede probleem met de ‘het treft niet allen’- argument is, dat een werkloosheidscijfer van 40% nauwelijks minder erg is dan een werkloosheid van 70%. Sterker nog, als werkloosheid ‘maar’ een deel van de bevolking (van Nederland, Europa of de wereld) treft en we niet bereid zijn om solidariteit te organiseren, dan is de kiem gelegd voor nieuwe conflicten.

Industriële revolutie

De grappenmakers over de Luddieten vergeten er iets bij te vertellen: de stoommachine en de lopende band konden alleen functioneren dankzij een nieuwe ronde van koloniale expansie. Zonder India waren Liverpool en Manchester kleine provinciesteden gebleven. De strijd om grondstoffen was bikkelhard (denk aan de rubberwinning in Kongo), de concurrentie om afzetmarkten moordend. Het is niet overdreven om te stellen dat de industrialisatie alle bouwstenen voor de twee Wereldoorlogen leverde: een grote klasse van slecht betaalde of werkloze arbeiders, een internationale politiek die steeds ‘grensoverschrijdend’ was, een oorlogsindustrie die zich ontwikkelde van een ‘bijeffect’ van groei tot een motor van de industrie, en last but not least een monetair systeem waarin oorlog een uitstekende belegging werd. Het ‘You furnish the pictures and I’ll furnish the war’ waarmee William Randolph Hearst de boeken in ging gold niet alleen voor de pers: de hele economie kon een oorlog goed gebruiken. Met overschotten op de arbeidsmarkt werd op twee manieren korte metten gemaakt: laat de ene helft wapens maken waarmee de andere helft wordt gedood.

Misschien kunnen wij wel een model vinden waarbij doorgaande groei niet leidt tot nieuwe wereldconflicten. Er zal best een boterham te verdienen zijn aan Afrika, maar dat is toch echt een andere markt dan de Indische in 1880 of de Chinese een eeuw later. Bovendien zijn er nu veel meer kapers op de kust. Een voormalig wingewest kan op enig moment een concurrent worden. De Engelse agrarische sector stortte rond 1860 in toen Amerikaans graan de markt overspoelde. China, Brazilië, de Arabische wereld en – in mindere mate – India staan klaar om ons uit de volgende ‘nieuwe markten’ te verdrijven.

De tijd van de Industriële Revolutie leek in twee belangrijke opzichten niet op onze tijd: er was sprake van schier eindeloze voorraden grond- en brandstoffen, en er was een enorme klantenkring voor nieuwe producten. We gingen van één TV per straat naar drie TV’s per woning. Zulke groeicijfers zijn in onze samenleving niet meer te realiseren.

Je kunt de Luddieten verwijten dat ze de vooruitgang wilden tegenhouden. Maar hun zonde is niet dat ze ‘tegen machines’ waren, maar dat ze geen visie hadden op ‘wat dan wel’. In die zin is lijkt de NOS-redactie erg op ze. Het is net zo dom om te roepen dat robots een dreiging vormen, als te roepen dat we nergens bang voor hoeven te zijn. Beide opvattingen vormen een excuus om niet na te denken over nieuwe wegen, en beide opvattingen kunnen uitmonden in bloedvergieten.

Witte boorden en dienstensector

Het tweede argument om de ‘robotangst’ te ontkrachten is de gedachte dat we een succesvolle overstap gemaakt hebben van een maakeconomie naar een diensteneconomie. Dus als er straks geen banen meer zijn in maakindustrie, en veel minder werk in het automatiseerbare deel van de dienstensector, ‘dan komt er wel weer wat nieuws’. Maar laten we eens kijken naar de omstandigheden waaronder zich zo’n enorme witteboordensector kon vormen. Dat heeft alles te maken met de vorige paragraaf beschreven industrialisering en mondialisering. De witteboorden-sector kon groeien dankzij de gebrekkige kracht van twee concurrenten. Machines waren tot voor kort wel in staat om dom werk te vervangen, maar konden geen denkwerk leveren. En dat gold ook voor de ‘lagelonenlanden’ waar onze maakindustrie naar verdween. Aanvankelijk werd Chinees speelgoed vervaardigd met in Europa vervaardigde machines. Later leverden wij nog wel de machinefabrieken. En nu ontwerpt China ze zelf.

Deze twee waarborgen tegen het ontslag van ‘denkende’ Nederlandse professionals vallen nu weg: er zijn nu ook goedkope hoogopgeleiden in lage-lonenlanden en machines vervangen vanaf nu spierkracht èn denkkracht. Samen zijn ze veel goedkoper en veel beter in staat om big data te verwerken dan een westerse professional.

Daar komt nog bij dat ook de klant van de dienstensector over een pc en een goede opleiding beschikt. Een slimme patiënt met een intelligente app doet precies wat de huisarts doet: een overzicht van symptomen vergelijken met een lijst van mogelijke oorzaken. Door de uitspraken van Asscher krijgt de robot de schuld van het verdwijnen van banen, maar minstens zo belangrijk is de opkomst van burgerkracht. Het is juist de auto-digidact (de niet-professional die beschikt over goede software en informatie) die de genadeslag geeft aan de geschoolde professional achter de balie. Het is helemaal niet nodig om ´de machine uit te vinden die alles kan´. Want een machine waarmee een burger of een Indiër alles kan is er al lang! En als diensten zo goedkoop mogelijk geleverd moeten worden – omdat er geen bergen ‘gemakkelijk geld’ meer zijn – dan zullen consumenten en werkgevers genoegen nemen met een mix van digitaal en on- of laagbetaald.

Optimisten mogen graag beweren dat de economie sinds de Tweede Wereldoorlog doorlopend groeit dankzij het goede economische beleid. Het is wel nuttig om daar een paar kanttekeningen bij te plaatsen. In de stukgeschoten wereld van 1945 was er zoveel werk aan de winkel dat Nederland gastarbeiders nodig had – en er was de Marshallhulp – maar vanaf de oliecrisis van 1972 was het feest al weer voorbij. In de jaren ’80 zagen we een enorme (jeugd)werkloosheid. Ik kreeg zelf in 1993 nog een ‘Werkervaringsplaats’ omdat ik niet aan duurzaam werk kon komen. Vanaf 2003 ging de AEX al onderuit, en in 2007 was de crisis officieel. Dus hoezo ’50 jaar welvaart’?

Ik heb in mijn boek Pakkenproletariaat een kloek hoofdstuk gewijd aan de vraag, hoe het kon dat er vanaf de jaren ’90 weer een enorme vraag naar personeel was. Naast een derde revival van de mondialisering was er een nieuwe list gevonden waarmee met name de publieke dienstensector enorm kon groeien: private Keynesianism. Ofwel: leen geld (voor een huis of een boot) en geef het uit aan diensten. Elke ton geleend geld die via de aannemer in roulatie kwam zorgde voor vele tonnen aan omzet, en al die omzet werd belast. In 30 jaar tijd kwamen er 3 miljoen nieuwe koopwoningen in de markt. Daarvan staat nu 10% ‘onder water’, maar destijds zorgde het voor een enorme cashflow bij publieke en commerciële organisaties. En tegelijkertijd gingen linkse en rechtse regeringen door met het verhogen van de staatsschuld en het uitverkopen van gasreserves.

De dienstensector groeide niet door de vraag naar diensten maar door de beschikbaarheid van geleend geld. We kunnen denken dat nieuwe schuldenopbouw verlossing voor de arbeidsmarkt kan brengen. Waarschijnlijk is het ook zo: leen een miljard meer, en er zullen duizenden hun baan behouden. Maar lenen kost geld, veel geld. Het was mooi dat ik in 1993 een werkervaringsplaats kreeg (als consulent mondiale bewustwording) maar sinds die tijd heeft de Nederlandse belastingbetaler voor die ene subsidie al voor zo’n tien mille aan rentekosten moeten ophoesten en is er nog geen euro afgelost van het geld dat ‘Lubbers III’ voor mij leende. Alleen al het woord ‘kredietcrisis’ zou toch duidelijk moeten maken dat het aangaan van nieuwe leningen om banen te redden geen zin heeft.

Nieuwe banen door ICT

Laten we nog heel even kijken naar de geruststelling dat robotisering zelf weer voor nieuwe banen zal zorgen. Als een textielfabrikant nu 10.000 laaggeschoolde werkers in dienst heeft, zal hij geen machine kopen waar 10.000 hooggeschoolde ingenieurs jaar in, jaar uit aan werken. Machines worden bedacht om op loonkosten te kunnen besparen. En ja, iemand moet ze bedenken. Maar waarom zou dat een hoogopgeleide, Nederlandse professional zijn? Er is een veel goedkoper, maar vaak niet slechter alternatief: een beetje burgerkracht, een beetje kennismigrant en een flinke scheut digitale denkkracht. Machines bedenken machines, geholpen door the wisdom of the crowds en een Vietnamese zzp-er die voor € 7 de programmatuur schrijft. Het belangrijkste gevolg van de succesvolle opbouw van een kenniseconomie door vorige generaties is dat kennis nu niets meer hoeft te kosten. En of je er veel mee kan verdienen is daarom ook maar de vraag.

Het antwoord van economieredacties, ministers, Eurocommissarissen en bestuurders in het hoger onderwijs is altijd hetzelfde: laten we heel veel geld investeren om heel veel mensen op te leiden. Maar voor innovatie heb je niet veel mensen nodig. Het is geen ‘breedtesport’, maar topsport. Volgens de basale logica van de economie moet je proberen ‘veel te verdienen tegen lage investeringen’, en zo geldt dat ook in de innovatiesector. Nederland heeft veel meer aan honderd toppers dan aan een grote kudde diploma-vee. Of erger nog: de beste manier voor Nederland om rijk te worden is ervoor te zorgen dat mensen een dure opleiding doen aan een buitenlandse universiteit en dan hier komen werken omdat wij zo gezellig zijn.

Opnieuw beginnen

De ridiculisering van de vrees voor robots is volkomen onterecht. Het verleden laat zien dat het onder bepaalde omstandigheden best wel eens is gelukt is om het verlies van werkgelegenheid te compenseren met ander werk; maar soms was de prijs te hoog, en soms zijn de omstandigheden ingrijpend veranderd. Wij hebben niet de luxe van eindeloze nieuwe markten en ongerepte grondstofvoorraden. We kunnen denken dat we de kredieteconomie kunnen herstellen om daarmee nieuwe koopkracht te genereren, maar het is de vraag of die vlieger opgaat en of je dat moet willen. En bovenal moeten we ons realiseren dat dezelfde concurrenten die de oude maakindustrie opvraten (machines en lagelonenlanden) nu hun tanden in de denkindustrie zullen zetten. En daar komt bij, dat we burgers de tools hebben gegeven om zelf producent van onderzoek, innovatie en dienstverlening te laten zijn. Daarmee zijn ze geen klant meer, maar concurrent van arbeid.

Is dat dan heel dramatisch? Nee. Simpel gezegd kan je stellen dat het dashboard van de economie uit drie klokjes bestaat: verdiend geld, gewerkte uren en materiële waarde. Als robotisering voor een forse daling van het ‘toerental’ van de arbeidsmarkt zorgt, hoeft dit niet te leiden tot daling in inkomsten of in welvaart. De kwestie is alleen, of de maatschappij bestand is tegen een ongelijke verdeling van de laatste banen. Gaat iedereen minder werken of gaan minder mensen al het werk doen? We hebben nu niets aan Luddieten die machines slopen, of aan journalisten die daar laatdunkend over doen. We moeten aan de slag met een economie voor opnieuw beginners. Dat er eindelijk een minister het onzegbare gezegd heeft is een mijlpaal die gevierd moet worden.

 

 

 

Category: update

Bestellen

Pakkenproletariaat - Klaas Mulder.3D

Laatste blogberichten

  • Thuiszitters met of zonder corona

    20 januari 2021
    Een oud-studente van mij mailde me het artikel waar ze op afgestudeerd is. Ik deel het graag met mijn netwerk.Lees verder »
  • Beter voorbereid zonder VWO

    29 juni 2018
    Is het echt nodig om het VWO te doen als voorbereiding voor de universiteit? En is het de beste voorbereiding? Ouders en scholen doen vaak …Lees verder »
  • Mulder mag los

    18 januari 2018
    In september 2017 mocht ik het Boekencafé van Platform Economie en Ruimte afsluiten met een vrije improvisatie over thema’s als innovatie, samenwerking en paradigmaverandering. Het …Lees verder »
  • Realistisch over de arbeidsmarkt

    5 juni 2016
    Deze week presenteerde het UWV een met enthousiasme ontvangen rapport over de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt: er komen 200.000 banen bij. In hetzelfde rapport staat …Lees verder »
  • Naar een economie van vooruitgang

    2 april 2015
    Verspilde moeite: waarom verkeerd werk de economie niet vooruit helpt Door het werk aan Pakkenproletariaat werd ik getroffen door de enorme eensgezindheid onder politieke partijen, …Lees verder »
  • Banenplannen kunnen beter

    11 februari 2015
    Er zijn in Nederland twee kampen: je bent vòòr banenplannen, of je bent tegen. Ik mocht onlangs een inleiding houden voor de Jonge Democraten en …Lees verder »
  • Koop nog geen huis

    14 augustus 2014
    In de zomer van 2014 werd het einde van de crisis in de woningmarkt afgekondigd. De vraag naar koopwoningen nam weer toe en de prijzen …Lees verder »
  • Een eerste indruk

    28 maart 2014
    Nu een miljoen mensen op zoek zijn naar meer of ander werk en honderdduizenden studenten zich voorbereiden op de arbeidsmarkt wordt het tijd om het …Lees verder »
  • Nu al te bestellen

    28 maart 2014
    Pakkenproletariaat ligt in het digitale schap bij www.ako.nl . Bestel het nu!Lees verder »

Copyright © 2023 · Webdesign en Realisatie door True Colors Design