Een oud-studente van mij mailde me het artikel waar ze op afgestudeerd is. Ik deel het graag met mijn netwerk.
Thuiszitters ná de corona crisis?
Door: Jasmijn van Hensbergen, student Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan de Hogeschool te Utrecht.
Thuiszitten: één woord voor twee totaal verschillende situaties. Tijdens de huidige lockdown betekent thuiszitten dat leerlingen niet naar school komen, maar wel digitaal lessen volgen en opdrachten maken. De docent heeft de leiding en het standaard curriculum dient zo veel mogelijk te worden gevolgd. Kinderen hebben verschillende reacties op deze verandering.
Sommige hebben geen moeite met thuisonderwijs, anderen hebben niet de juiste thuissituatie om goed mee te komen. Het volgen van thuisonderwijs voor veel kinderen een bron van stress, omdat ze bang zijn dat ze geen goede schoolresultaten gaan halen en daardoor vast zullen lopen in de toekomst (Kraaij, 2020). Dit kan in de toekomst leiden tot een minder passende overgang naar bijvoorbeeld het middelbaar onderwijs. Met name in groep 8 en in de eindexamenjaren van het middelbare onderwijs klinken die geluiden (PO raad, 2020).
De tweede situatie die we ‘thuiszitten’ noemen, speelde al voor de corona crisis. Het gaat in dit geval over leerplichtige jongeren of jongeren met kwalificatieplicht tussen de 5 en 17 jaar, die zonder geldige reden meer dan vier weken aaneengesloten verzuimen of niet ingeschreven staan op een school of onderwijsinstelling (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2019). Er zijn verschillende situaties denkbaar waardoor jongeren niet naar school gaan. Jongeren die tot deze groep behoren hebben vaak te maken met meerdere problematieken waardoor het volgen van onderwijs extra lastig is (Ingrado, z.d). De vier belangrijke problematieken zijn volgens Ingrado: psychiatrische stoornissen, gedragsproblemen, thuisproblematiek, en bureaucratie (Ingrado, 2010).
Net voor het begin van de corona crisis in Nederland, werd bekendgemaakt dat het aantal thuiszitters nog altijd steeg (Slob et al., 2020). De lockdowns die wij in Nederland hebben gehad zorgde ervoor dat het thuisonderwijs snel moest ontwikkelen. In mijn omgeving had ik als jongerencoach voor de aanvang van de crisis al de uitdaging om thuiszittende jongeren alsnog te laten leren. In de praktijk is niet altijd duidelijk of mentale problemen de oorzaak of het gevolg van slechte schoolresultaten zijn.
Zowel voor als tijdens de corona crisis versterkt het geluid dat onderwijs niet passend te maken is voor elke leerling. Ook thuiszittende jongeren hebben bijzondere talenten, maar zij komen binnen het onderwijssysteem niet altijd even goed tot hun recht. De ontwikkelingen in het veld samen met de ontwikkelingen van thuisonderwijs tijdens de corona crisis vragen om vernieuwende, creatieve aanpak zodra de scholen weer open mogen. De problematiek die speelt voor thuiszitters vraagt niet alleen om een oplossing van de factoren, maar ook een andere aanpak van verbonden partijen. Vanuit het veld van sociaal werk klinkt al een tijd de ambitie om actiever te worden in het onderwijs (Elich, 2016).
Hoe kunnen sociaal werkers zich inzetten voor leerlingen die slim genoeg zijn voor school en prima vooruitzichten hebben op werk en levensgeluk, maar niet passend te maken zijn in het huidige onderwijs?
Om de mogelijke waarde van sociaal werkers in deze problematiek verder te onderzoeken is dit artikel opgedeeld in drie onderdelen. Het eerste onderdeel gaat dieper in op het probleem, door de ontwikkeling van thuiszitten en de reacties vanuit het werkveld te behandelen. Het tweede onderdeel gaat over de huidige rol van sociaal werkers in het onderwijs. Het laatste onderdeel kijkt naar de manieren waarop sociaal werkers hulp kunnen bieden bij het bestrijden van thuiszitten. Als laatste zal in de conclusie de uitkomst van deze onderdelen worden samengebracht tot een voorstel om de huidige trend van meer thuiszitters aan te pakken.
Achtergrond
In juli 2012 sloeg Marc Dullaert voor het eerst alarm en informeerde hij minister Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart van OCW over zijn plan voor een onderzoek naar jongeren die thuis zitten (De Kinderombudsman, 2012). Op 27 augustus 2012 opent de Kinderombudsman een online meldpunt voor thuiszitters. Jongeren konden bij het meldpunt terecht om hun ervaringen te delen. Ook andere betrokkenen konden bij het meldpunt terecht (De Kinderombudsman, 2012). Binnen drie weken had het meldpunt honderden reacties ontvangen (NJi, 2012). Marc Dullaert gebruikte deze reacties voor zijn onderzoek en schreef het rapport ‘Van leerplicht naar leerrecht’ dat op 16 mei 2013 verscheen. In het onderzoek concludeerde hij dat er een omslag moest worden gemaakt van leerplicht naar leerrecht (Stam, 2013). Bijna acht jaar geleden toen dit rapport van de Kinderombudsman verscheen, stond het aantal thuiszitters op 3.254 jongeren (NJi, 2020).
Na het eerste alarm dat Marc Dullaert sloeg was de verwachting dat het probleem rondom het thuiszitten zich snel zou oplossen, omdat in dezelfde periode de wet Passend Onderwijs werd ingevoerd. De gedachte was dat kinderen die niet op hun plaats waren in het oude onderwijs, beter zouden worden in onderwijs dat op maat aangeboden werd. De wet Passend Onderwijs werd aangenomen op 9 oktober 2012 (Wetgeving Passend onderwijs. z.d.), met als doel om alle leerlingen een plek te geven op een school die aansluit bij hun talenten en mogelijkheden. Passend Onderwijs moet ervoor zorgen dat er geen leerlingen meer langdurig thuis komen te zitten. Scholen moeten daarom extra hulp bieden aan de leerlingen die dit nodig hebben (Ministerie van OCW, 2019a).
In januari 2013 begon het inrichten van de samenwerkingsverbanden tussen regulier en speciaal onderwijs. Binnen dit samenwerkingsverband werden afspraken gemaakt over hoe de extra ondersteuning binnen de regio geregeld moest worden (Ministerie van OCW, 2019b).
Op 1 augustus 2014 werd de zorgplicht ingesteld, als resultaat van de wetgeving (Wetgeving Passend onderwijs. z.d.). De zorgplicht wil zeggen dat scholen verplicht zijn een passende plek te vinden voor leerlingen die extra ondersteuning of begeleiding nodig hebben. Dit kan zijn binnen de eigen school of op een andere (speciale)school. De scholen moesten vanaf toen meer zorg geven aan de benodigdheden van leerlingen (Ministerie OCW, 2019b).
Toen het passend onderwijs het stijgende aantal thuiszitters niet verhielp, werd op 13 juli 2016 het Thuiszitterspact gesloten. Dullaert, die oorspronkelijk de problematiek van thuiszitters had aangekaart, kreeg als taak om organisaties en doelgroepen bewust bezig te laten zijn met de problematiek. Het thuiszitterspact toont voornamelijk de ambitie dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszit, zonder een passend aanbod van onderwijs en benodigde zorg (Rijksoverheid, 2016). Een kamerbrief in januari 2020 vermeldt dat het aantal thuiszitters met een aantal van 311 was gestegen naar een totaal van 4790 thuiszitters (Slob et al., 2020).
De praktijk van passend onderwijs
In de praktijk bleek dat in plaats van de school te hervormen naar de behoefte van de leerlingen, de wet Passend Onderwijs meer werd gebruikt als een soort landkaart: als de leerling hier niet past, waar kunnen we hem of haar dan naar toe sturen? Zo was de wet natuurlijk nooit bedoeld. Scholen bleven worstelen met de omgang met kwetsbare leerlingen en schoven de leerlingen steeds naar elkaar. Volgens van Haren werd de wet op de zorgplicht dan ook niet door de onderwijsinstellingen nageleefd (Trouw, 2015). Zo schreven negen van de tien scholen kwetsbare leerlingen die werden aangemeld niet meteen in. Aan de hand van een intakegesprek bepaalt de school of ze wel het juiste onderwijs kunnen bieden aan de leerling. Vervolgens worden deze leerlingen vaak doorverwezen naar een andere school, waar het beter zou zijn (Trouw, 2015).
Waarom scholen op deze manier met de wet omgaan heeft een aantal redenen. De eerste reden is dat scholen bang zijn niet de juiste zorg te kunnen bieden. Met het doorsturen van een leerling lijken scholen te handelen naar de wet passend onderwijs, maar door de leerling te weigeren doen ze dit juist niet (Trouw, 2015). De tweede reden is dat in de afgelopen jaren steeds meer taken toegevoegd zijn aan het takenpakket van de leraar, met een toename van de werkdruk als gevolg. Tot wel 86% van de leraren geeft aan niet genoeg tijd te hebben voor het bieden van extra ondersteuning (NOS, 2019). Uit een online enquête die het onderwijsvakbond AOb heeft gehouden, blijkt dat drie leerlingen per klas geen extra ondersteuning krijgen terwijl zij die wel nodig hebben (AOB, 2019). De derde reden is dat leraren onvoldoende beschikken over de benodigde kennis. Het Leraren Collectief hield een enquête onder 2500 basisschooldocenten, waarin driekwart aangaf wel eens handelingsverlegen te zijn. Ze beschikken over onvoldoende expertise om ondersteuning te bieden (Bijl, 2020).
Deze situatie vraagt om een oplossing waardoor de doelstellingen van onder andere het thuiszitterspact kunnen worden bewerkstelligd. Eén van de mogelijkheden is het bijscholen van leraren. Dit zal echter leiden tot een hogere werkdruk waardoor thuiszitten waarschijnlijk niet genoeg prioriteit krijgt. Er is echter een alternatieve oplossing. De sociaal werker. In dit veld beschikken experts al over de juiste expertise om kwetsbare jongeren een passende manier van leren en leven te bieden.
‘Als je sociaal werk en onderwijs verbindt, kunnen ze elkaar versterken. Dan nemen we samen de verantwoordelijkheid om zo vroeg mogelijk in te grijpen en schade te voorkomen.’ (Bos, z.d.)
De rol van sociaal werk rondom thuiszitters
Wat doen sociaal werkers nu op scholen? Meestal werken zij voor een sociale of maatschappelijke instelling. Als zij actief zijn binnen de school zijn het meestal schoolmaatschappelijk werkers. Zij zijn er om extra ondersteuning te bieden aan leerlingen, ouders, of docenten. Dankzij hen zijn kwetsbare leerlingen sneller in beeld, krijgen zij de juiste ondersteuning en kunnen ze mee blijven doen in het onderwijs. De werkzaamheden van de schoolmaatschappelijk werker bestaan voornamelijk uit: het bieden van extra ondersteuning, het geven van advies en zorgen voor de juiste hulp. Dit bieden zij niet alleen voor de leerling, maar ook voor de ouders en de docenten (MEE, z.d.).
Sociaal werk zet zich ook buiten scholen om in voor thuiszittende jongeren. Young Ambition is een goed voorbeeld van zo’n organisatie. In een coachtraject zoeken de jongeren samen met een jongerencoach naar een passende manier om terug te keren in het onderwijs. Dit doen zij aan de hand van hun kwaliteiten. Op deze manier hopen zij aan deze jongeren een duurzame plek te kunnen bieden binnen de arbeidsmarkt. (Young Ambition, 2020). Op dit moment lijkt de belangrijkste taak voor sociaal werkers dat de leerling weer terug naar school gaat.
De toekomstige rol van sociaal werkers in het onderwijs?
Thuiszitters terug naar school krijgen is misschien niet het enige middel om jongeren een kans te geven in onze samenleving. Sociaal werkers kunnen zich inzetten voor kwetsbare leerlingen op inhoud, op structuur, en op bemensing. Op inhoud kunnen zij bijdragen aan andere vormen van onderwijs. Op structuur kunnen zij bijdragen door andere systemen op te zetten. Op bemensing kunnen zij andere rollen op zich nemen.
Inhoud: een andere visie op competenties
Hoewel sociaal werkers ondersteuning kunnen bieden om dit mogelijk te maken is dit niet het enige resultaat dat acceptabel is. Leerlingen die school niet passend vinden, zijn niet altijd leerlingen zonder talenten. Die talenten komen vaak pas na jaren aan het licht. Een voorbeeld dat hierop inspeelt is Codam. Zij bieden een programmeur opleiding zonder daarvoor een schooldiploma te eisen (Codam, z.d.).
Laat samenwerkingsverbanden beter nadenken over verrijkend onderwijs. Het huidige onderwijs lijkt om verandering en vernieuwing te vragen. De theorie Meervoudige Intelligentie van Howard Gardner zou hier goed bruikbaar kunnen zijn. Howard Gardner ontwikkelde de MI-theorie eind jaren zeventig en was een kritiek op de huidige standaard psychologische kijk op intelligenties (MI Oasis, z.d.-a). Gardner beschrijft in zijn theorie acht verschillende soorten intelligenties en gaat er vanuit dat ieder over alle acht intelligenties beschikt. Wel is de ene intelligentie vaak beter ontwikkeld dan de ander en dit kan ook weer per persoon verschillen. De acht intelligenties die Gardner beschrijft zijn zichtbaar in figuur 1.
Figuur 1: [The eight intelligences of Gardner]. Overgenomen van ‘Gardner’s Theory of Multiple Intelligences’ van M. Marenus, 2020, (https://www.simplypsychology.org/multiple-intelligences.html)
De theorie meervoudige intelligentie heeft twee belangrijke aanvullingen op de wetenschap, namelijk: ‘De intelligenties vormen de menselijke intellectuele toolkit’ en ‘elk mens heeft een duidelijk intellectueel profiel’ (MI Oasis, z.d.-a). Gardner zegt dat alle mensen in staat zijn om de verschillende intelligenties te ontwikkelen. Daarnaast heeft ieder mens vanwege genetische en ervaringsfactoren een uniek intellectueel profiel. Naast de wetenschap heeft de theorie ook twee belangrijke educatieve implicaties, namelijk: individuatie en pluralisering. Met individuatie doelt Gardner op het feit dat we in het onderwijzen en begeleiden van leerlingen rekening moeten houden met dat ieder mens zijn eigen profiel heeft. Pluralisering doelt op de manier van onderwijzen. De theorie zegt dat theorieën en vaardigheden op verschillende manieren onderwezen moet worden. Het maakt volgens Gardner niet uit of je nou kunst of wiskunde onderwijst maar de hetgeen wat er geleerd moet worden, moet op verschillende manieren worden aangeboden.
Toen de leerplichtwet werd ingevoerd, was de gedachte dat Nederlanders vooral voor de ‘witte boordenbanen’ opgeleid zouden moeten worden. Het productiewerk zou namelijk naar de lageloonlanden verschuiven. Nu zien we dat bijvoorbeeld administratief werk tegenwoordig vaak wordt overgenomen door de computer en er juist een enorme behoefte is aan hoger opgeleide professionals in onder andere de ambachtelijke, sociale en creatieve beroepen. De ontwikkelingen en vernieuwingen op de arbeidsmarkt en in diverse beroepen, vragen ook om een vernieuwing in het onderwijs. Passend onderwijs zou daarom ‘Meervoudig Intelligent onderwijs’ moeten zijn.
Meervoudig intelligent onderwijs kan bijdragen aan een lager aantal thuiszitters door niet alleen aandacht te geven aan cognitieve competenties van leerlingen. Door middel van Meervoudig Intelligent onderwijs, waarin een beroep wordt gedaan op sociaal werkers, kan voor kwetsbare jongeren de consequenties van thuiszitten worden voorkomen. Deze jongeren krijgen de mogelijkheid om te laten zien waar ze wél goed in zijn en kunnen een passend leertraject voortzetten waarbij zij zich prettig voelen.
Structuur
Sociaal werkers kunnen helpen bij het vinden van een passende structuur voor verschillende soorten leerlingen. Het Ashram college heeft de Balans Award 2019 gewonnen vanwege de inzet van school met betrekking tot passend onderwijs (Ashram college, 2019). Zij ontwikkelde nieuwe stilteruimtes om passende zorg te bieden. Dit soort aanpassingen kunnen jongeren ondersteunen om beter te presteren in het onderwijs. Naast fysieke aanpassingen ter ondersteuning van het leerproces, kan er ook gewerkt worden richting flexibele leertrajecten. Niekée in Roermond biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid aan leerlingen om richting te geven aan hun leerproces (Niekée, 2021). Ook kiezen zij pragmatisch voor de beste leerweg om leerlingen voor te bereiden op de samenleving. Deze aanpak is minder traditioneel en geeft meer prioriteit aan het welzijn van jongeren.
Het is de vraag of scholen dit soort aanpassingen alleen kunnen en of we dat wel moeten willen. Scholen zouden hun samenwerkingsverbanden kunnen verbeteren en daarmee beter passende vormen van onderwijs voor kwetsbare jongeren aanbieden. Voorbeelden van buitenschoolse aanbieders zijn sportclubs, kunstonderwijs, vervolgopleidingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Dit soort aanbieders hebben mogelijk een creatieve manier om uitval te voorkomen door een andere manier van leren aan te bieden. Een zo’n specifiek voorbeeld is Studio Moio (Elffers, 2019). Deze sociale onderneming wil samen met jongeren ondernemen die niet tot hun recht komen in het onderwijssysteem. Daarnaast zijn er voorbeelden van samenwerkingsverbanden tussen scholen, gemeenten, en jeugdhulp/zorg. Deze voorbeelden hebben laten zien dat er veel kansen liggen in samenwerken aan passend onderwijs. Voorbeelden hiervan zijn de regionale samenwerking in de Oost-Achterhoek en de lokale samenwerkingsverbanden in Deventer (Smeets, 2018).
Om iedere school de juiste zorg te kunnen laten bieden moeten deze structuren op sommige plekken nog helemaal worden opgezet. Daarnaast bleek bijvoorbeeld uit de 12de voortgangsrapportage passend onderwijs (Slob, 2018), dat er nog haken en ogen zitten aan de initiatieven die voor passend onderwijs zijn genomen. Dit ging bijvoorbeeld over duidelijkheid van samenwerkingsverbanden. Hieruit bleek vooral dat op sommige plekken samenwerkingsverbanden niet zo goed van de grond komen (Slob, 2018). Ook Smeets laat valkuilen van samenwerkingsverbanden zien zoals de aansluiting tussen verschillende organisaties en hun systemen (Smeets, 2018). Sociaal werkers kunnen in dit proces een rol als “opbouwwerker” vervullen. Zij kunnen de juiste samenwerkingen beheren, de juiste plek voor een leerling vinden, en het contact tussen aanbieders en jongeren onderhouden.
Bemensing
Naar eigen zeggen moeten onderwijzers en leraren veel te veel doen, ook dingen waar ze geen verstand van hebben. Daardoor komen ze er ook niet aan toe de kennis van anderen goed in te zetten, terwijl ouders en buurtbewoners misschien kunnen bijdragen aan een ander educatief klimaat. Dit kan op basis van de ABCD-methode van McKnight, die uitgaat van de kennis en troeven die al aanwezig zijn in een buurt (Buurtwijs, 2016). De verantwoordelijkheid voor een verandering in het onderwijs hoeft niet alleen bij de leraren te liggen. Door meer mensen uit verschillende doelgroepen te betrekken bij de scholen kan de werkdruk voor leraren verlicht worden. Naast buurtbewoners en ouders is internet een nuttige bron van kennis en andere producten van onderwijs. De ontwikkeling van het internet creëert veel mogelijkheden voor anders leren. Tijdens de Corona crisis hebben we geleerd dat het niet uitmaakt waar je leert, als je maar leert. Kinderen met ouders in ambachtelijke beroepen hebben het afgelopen jaar veel van hun ouders kunnen leren. Sommige kinderen worden thuis wijzer dan op school.
Als aanvulling op deze andere bronnen van kennis zijn er nog sociaal werkers. Sociaal werkers kunnen bepaalde taken van leraren in het onderwijs overnemen. Zij hebben een bruikbare expertise voor bepaalde problematiek die leraren niet hebben. Dit is niet alleen een oplossing voor de werkdruk van leraren, maar de expertise komt jongeren ook ten goede voor hun toekomst. Sociaal werkers kunnen niet alleen taken overnemen van de leraar waarin zij expertise hebben, maar ook helpen zoeken naar kennis in de omgeving die het leertraject van jongeren op school ondersteunt. Met deze aanpak kunnen jongeren- en buurtwerkers laten zien dat leren meer is dan het vullen van gaten in kennis. Het gaat ook over laten zien wat jongeren al in huis hebben en welke mogelijkheden tot anders leren er al zijn in de buurt. Een mogelijk negatief resultaat van een ABCD-aanpak is een afname van sociaal contact tussen jongeren omdat zij niet meer in een klassiek klaslokaal zullen zitten. Het aantal sociale contacten van jongeren hoeft echter niet te lijden onder het toepassen van andere leerplekken. Jongeren die niet per se op school leren kunnen door middel van de juiste stimulatie en ondersteuning op zoek naar ander sociaal contact, in plaats van exclusief met jongeren uit dezelfde klas.
Huidige belemmeringen
Het enige probleem is misschien nog die ‘diplomacratie’. Zolang we denken dat een leerproces alleen wat waard is als het afgesloten kan worden met een gevalideerde toets, wordt het heel moeilijk om onderwijs voor elk kind passend te maken. Juist de bijzondere kinderen, de buitenbeentjes of ‘paradijsvogels’ moeten dan misschien vooral hun talenten inleveren om ‘door de beugel’ te kunnen. Dat is voor die kinderen erg, maar ook een probleem voor een maatschappij die snakt naar innovatie.
Er zijn verschillende manieren om dat probleem aan te pakken. De ene zou zijn de grote systemen zo te veranderen dat er voor elk kind een passende oplossing te vinden is. De ander is gebruik maken van andere wegen die naar Rome leiden, zoals bijvoorbeeld Codam of de 21 plus toets. Als een jongere diepongelukkig wordt in het onderwijs of niet door de beugel kan, moeten we geen probleem maken van leren zonder diploma en ouders vertellen dat de wereld niet vergaat als hun kind anders wijzer wordt.
Wij moeten als sociaal werkers deze kwetsbare jongeren ondersteunen bij het vinden van een passende weg naar een gelukkige toekomst. Soms is het terugkeren binnen het onderwijs niet de oplossing.
Conclusie en aanbevelingen
Door de Corona Crisis is er ineens veel aandacht voor thuisonderwijs. Toen ik voor het eerst bedacht dat ik een artikel over thuiszitters wilde schrijven had ik niet verwacht dat iedereen in 2020 een thuiszitter zou worden. We kunnen daar iets van leren. Uit de signalen in januari 2020 bleek dat het aantal thuiszitters nog altijd toenam. De problemen met de wetgeving Passend Onderwijs zijn aanknopingspunten voor sociaal werkers. Zij beschikken om drie redenen over de capaciteiten om bij te dragen aan minder thuiszitters. Leren hoeft namelijk niet altijd op school. Momenteel wordt van sociaal werkers verwacht dat ze de terugkeer naar school bevorderen. Maar voor sociaal werkers zou het welzijn van kwetsbare jongeren die thuis zitten in het basisonderwijs de hoogste prioriteit moeten hebben bij het inrichten van een leer- en leefomgeving. Daarnaast kunnen sociaal werkers ouders en docenten helpen het onderwijs passend te maken voor kwetsbare kinderen. Zij kunnen dit op drie manieren doen. Ten eerste, kunnen zij een bijdrage leveren op basis van inhoud. Meervoudige intelligentie biedt een ander inzicht in leren en onderwijzen wat kansen biedt voor thuiszitters. Ten tweede kunnen samenwerkingen tussen verschillende verbonden partijen verder doorgroeien of worden opgebouwd met behulp van sociaal werkers. En als laatste, kunnen sociaal werkers een bijdrage leveren aan de rolverdeling door middel van een ABCD-aanpak.
Als sociaal werkers hun rol in de thuiszitters problematiek kunnen vergroten na de corona crisis kunnen zij jongeren een passend leertraject bieden voor hun toekomst. Hieruit volgt de aanbeveling om verder op zoek te gaan naar vormen van onderwijs waarin het welzijn van jongeren niet lijdt onder de “diplomacratie”. Daarin moeten wij de kracht van sociaal werk gebruiken, zodat er na de corona crisis geen enkel kind meer thuis zit.
Bibliografie
ABCD Institute., (2021). Geraadpleegd op 17 januari 2021, van https://resources.depaul.edu/abcd-institute/Pages/default.aspx.
AOb. (2019, juni). Enquête vijf jaar passend onderwijs. https://www.aob.nl/wp-content/uploads/2019/06/Enquête-vijf-jaar-passend-onderwijs_web-1.pdf
Ashram College. (2019, 29 november). Award voor inzet passend onderwijs gewonnen. Geraadpleegd op 16 januari 2020, van https://www.ashramcollege.nl/blog/2019/11/29/award-voor-inzet-passend-onderwijs-gewonnen/
Bijl, H. (2020, 7 oktober). Leraren trekken aan de bel: ‘Passend onderwijs werkt niet’. Het Parool. Geraadpleegd op 11 januari 2021, van https://www.parool.nl/amsterdam/leraren-trekken-aan-de-bel-passend-onderwijs-werkt-niet~ba7923ea/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
Binsbergen, M.H. van, Pronk, S., Schooten, E. van, Heurter, A. & Verbeek, F. (2019)
Niet thuisgeven; Schooluitval vanuit het perspectief van thuiszitters. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. (Rapport 1030, projectnummer 20774) https://kohnstamminstituut.nl/wp-content/uploads/2019/12/1030-niet-thuisgeven.pdf
Bos, C. (z.d.). Wat kun je morgen al anders doen? Sociaal werk Nederland. Geraadpleegd op 14 januari 2021, van https://www.sociaalwerknederland.nl/?file=12433&m=1501587732&action=file.download
Buurtwijs., (2016). Over John L. McKnight. Geraadpleegd op 18 januari 2021, van https://www.buurtwijs.nl/content/over-john-l-mcknight
Codam. (z.d.). Codam Coding College – Maak jouw toekomst. Geraadpleegd op 12 januari 2021, van https://www.codam.nl
De Kinderombudsman. (2012, 21 augustus). Kinderombudsman opent meldpunt voor thuiszitters. ANP Pers support. Geraadpleegd op 10 januari 2021, van https://www.perssupport.nl/persbericht/67912/kinderombudsman-opent-meldpunt-voor-thuiszitters
Elffers, L., Fukkink, R., Jansen, D., Helms, R., Timmerman, G., Fix, M., & van Leeuwen, L. (2019). Aanvullend onderwijs: leren en ontwikkelen naast de school.
Elich, J. (2016, 11 maart). Haal de sociaal werker de school in. Platform Sociaal Werk Nederland. https://www.sociaalwerknederland.nl/actueel/nieuws/4721-haal-de-sociaal-werker-de-school-in
Ingrado. (2010). Thuiszitters, sneller terug naar school; Bevindingen dossieronderzoek thuiszitters 2010. https://www.ingrado.nl/assets/uploads/Thuiszittersonderzoek%202010.pdf
Ingrado. (z.d.). Meer over thuiszitters. Geraadpleegd op 10 januari 2021, van https://www.ingrado.nl/kennisdossiers/thuiszitters/meer_over_thuiszitters
Kalverboer, M., de Pooter, L., & Vreeburg – van der Laan, E. J. M. (2019, augustus). Als de weg naar passend onderwijs niet passend is (KOM009/2019). De Kinderombudsman. https://www.dekinderombudsman.nl/publicaties/rapport-leerlingenvervoer-als-de-weg-naar-passend-onderwijs-niet-passend-is
Kraaij-Dirkzwager, M., Tromp, M., & van der Torn, P. (2020). COVID-19: over welke mensen maken we ons extra zorgen? Vulnerable groups for COVID-19 control measures. Tsg, 1-6.
MEE. (z.d.). School Maatschappelijk Werk. Schoolmaatschappelijkwerk.com. Geraadpleegd op 13 januari 2021, van https://schoolmaatschappelijkwerk.com/school-maatschappelijk-werk
MI Oasis. (z.d.-a). A Beginner’s Guide to MI. Geraadpleegd op 14 januari 2021, van https://www.multipleintelligencesoasis.org/a-beginners-guide-to-mi
MI Oasis. (z.d.-b). The Components of MI. Geraadpleegd op 14 januari 2021, van https://www.multipleintelligencesoasis.org/the-components-of-mi
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2019a, augustus 22). Doelen passend onderwijs. Passend onderwijs | Rijksoverheid.nl. Geraadpleegd op 10 januari 2021, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/doelen-passend-onderwijs
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2019b, augustus 23). Zorgplicht en samenwerken scholen in passend onderwijs. Passend onderwijs | Rijksoverheid.nl. Geraadpleegd op 10 januari 2021, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/zorgplicht-en-samenwerken-scholen-passend-onderwijsverantwoordelijkheid-van-de-scholen
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2020, 10 juli). Leerplicht en kwalificatieplicht. Leerplicht | Rijksoverheid.nl. Geraadpleegd op 10 januari 2021, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht/leerplicht-en-kwalificatieplicht
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (2019, 4 december). Het probleem thuiszitten. Het toezichtonderzoek | Reik thuiszitters de hand. https://magazines.toezichtsociaaldomein.nl/reikthuiszittersdehand/2019/01/het-probleem-thuiszitten
Niekée. (2021). Missie, visie en kernwaarden. Geraadpleegd op 17 januari 2021, van https://niekee.nl/onze-basis/missie-visie-en-kernwaarden
NJi. (2012, 18 september). Honderden reacties op meldpunt voor thuiszitters – Nieuws | Nederlands Jeugdinstituut. Geraadpleegd op 10 januari 2021, van https://www.nji.nl/nl/2012/Honderden-reacties-op-meldpunt-voor-thuiszitters
NJi. (2020, 5 februari). Cijfers schoolverzuim – Voortijdig schoolverlaten en verzuim | Nederlands Jeugdinstituut. Geraadpleegd op 11 januari 2021, van https://www.nji.nl/Cijfers-schoolverzuim
NOS. (2019, 18 juni). Leraren kampen met grote problemen door passend onderwijs. Geraadpleegd op 12 januari 2021, van https://nos.nl/artikel/2289573-leraren-kampen-met-grote-problemen-door-passend-onderwijs.html
Onderwijsgeschillen. (2015, 11 augustus). Wet- en regelgeving passend onderwijs. Geraadpleegd op 17 januari 2021, van https://onderwijsgeschillen.nl/content/wet-en-regelgeving-passend-onderwijs
PO raad., (30 maart 2020). Updates voor scholen en schoolbesturen over het coronavirus (COVID-19). Geraadpleegd op 17 januari 2021, van https://www.poraad.nl/nieuws-en-achtergronden/updates-voor-scholen-en-schoolbesturen-over-het-coronavirus-covid-19.
Slob, A., De Jonge, H. M., & Dekker, S. (2020, 30 januari). Thuiszitters in het funderend onderwijs. Rijksoverheid. https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2020/01/30/thuiszittersbrief-januari-2020/thuiszittersbrief-januari-2020.pdf
Slob, A., (2018). Twaalfde voortgangsrapportage Passend Onderwijs.
Smeets, E., & Van Veen, D. (2018). Samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en jeugdhulp. Onderzoek naar succesfactoren in praktijkvoorbeelden. Nijmegen KBA Nijmegen/Zwolle: Hogeschool Windesheim/NCOJ.
Stam, J., & Vreeburg – van der Laan, E. J. M. (2013, mei). Van leerplicht naar leerrecht (KOM2/2013). De Kinderombudsman. https://www.dekinderombudsman.nl/publicaties/rapport-van-leerplicht-naar-leerrecht
Trouw. (2015, 3 september). Probleemkinderen nog steeds van het kastje naar de muur gestuurd. Trouw. Geraadpleegd op 12 januari 2021, van https://www.trouw.nl/nieuws/probleemkinderen-nog-steeds-van-het-kastje-naar-de-muur-gestuurd~bc7d73ab/
VNG. (z.d.). Wetgeving Passend onderwijs. Geraadpleegd op 11 januari 2021, van https://vng.nl/artikelen/wetgeving-passend-onderwijs
Young Ambition. (2020, 23 november). Aanbod. Gewoon Geweldig! Geraadpleegd op 14 januari 2021, van https://www.youngambition.nl/aanbod/